Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·ger·win·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hongerwinter hongerwinters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hongerwinterm

  1. Een winter waarin op grote schaal honger wordt geleden zoals bijv. het geval was in de winter van 1944-1945

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be