• hon·ger dood
vervoeging van
doodhongeren

honger (...) dood

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodhongeren
    • Ik honger dood. 
  2. gebiedende wijs van doodhongeren
    • Honger dood! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodhongeren
    • Honger je dood?