honderdzevenjarige

  • hon·derd·ze·ven·ja·ri·ge

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

honderdzevenjarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van honderdzevenjarig
    • De vulkaan werd weer actief na een honderdzevenjarige periode zonder uitbarstingen. 
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdzevenjarige honderdzevenjarigen
verkleinwoord

de honderdzevenjarigev / m

  1. levend wezen dat 107 jaar oud is of iets dat 107 jaar bestaat
    • De honderdzevenjarige is de oudste inwoonster van de stad.