honderdeneenentwintig
0 | 1 | 2 | 1 |
honderdeneenentwintig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: honderdeneenentwintig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌhɔndərtɛnˈenənˌtwɪntəx / (7 lettergrepen)
- hon·derd·en·een·en·twin·tig
- samenstellende samenstelling van honderd ht, en vw en eenentwintig ht
honderdeneenentwintig
- "121", langere vorm van honderdeenentwintig, honderd plus eenentwintig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft honderdeneenentwintig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot honderdeneenentwintig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- honderdeenentwintig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "honderdeneenentwintig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "honderdeneenentwintig" ht als linkerdeel
- Het woord 'honderdeneenentwintig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)