honderdenachtentachtig

Nederlands

0	1	8	8

honderdenachtentachtig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  honderdenachtentachtig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌhɔndərtɛnˈɑxtənˌtɑxtəx / (7 lettergrepen)

Woordafbreking

• hon·derd·en·acht·en·tach·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  honderd ht,   en vw  en  achtentachtig ht 

Hoofdtelwoord

honderdenachtentachtig

1. "188", langere vorm van honderdachtentachtig, honderd plus achtentachtig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft honderdenachtentachtig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot honderdenachtentachtig. 

Synoniemen

• honderdachtentachtig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "honderdenachtentachtig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• honderdenachtentachtigste

hooftelwoord samengesteld met "honderdenachtentachtig" ht als linkerdeel

• honderdenachtentachtigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'honderdenachtentachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.