hondengevecht
- hon·den·ge·vecht
- samenstelling van hond en gevecht met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hondengevecht | hondengevechten |
verkleinwoord | hondengevechtje | hondengevechtjes |
het hondengevecht o
- een gevecht tussen honden
- De voorbijgangers zagen tot hun verschrikking een hondengevecht.
- Het woord hondengevecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.