Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hol·de op

Werkwoord

vervoeging van
ophollen

holde op

  1. enkelvoud verleden tijd van ophollen
    • Ik holde op. 
    • Jij holde op. 
    • Hij, zij, het holde op. 


Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • hol·de op
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Deense woorden holde en op.

Frase

holde op

  1. eindigen, ophouden met, stoppen
Synoniemen
Verwante begrippen

Verwijzingen