Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hof·dans
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hofdans hofdansen
verkleinwoord hofdansje hofdansjes

Zelfstandig naamwoord

de hofdansm

  1. (dans) een formele dans zoals deze in vroeger tijden aan het hof gedanst werden
    • De hofdansen zijn merkwaardig, er is een ganzenrace in slow-motion: het potsierlijke van de pruikentijd buit hij uit tot in het extreme. [1] 
    • 'Iedereen kan meedoen aan Everybody Dance Now: solisten, groepen en van ballroom tot hofdans', legt Janzen uit in het AD. 'Dit is geen So You Think You Can Dance met een onder- en bovengrens qua deelnemersleeftijd. [2] 

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen