hoekigheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hoekigheid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hoe·kig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoekigheid | hoekigheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de hoekigheid v
- het scherpe hoeken hebben
- (figuurlijk) van een persoon dat deze weinig meegaand of makkelijk is
- ▸ Met hun gewone hoekigheid schopten zij hun dienstkistjes voor zich uit, stram zwaaiend met hun armen, en Roxane had zichtbaar moeite dit marstempo bij te benen met haar korte pootjes.[2]
Vertalingen
1. het scherpe hoeken hebben
Gangbaarheid
- Het woord hoekigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925