hockeyhoofdklasse

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  hockeyhoofdklasse    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• hoc·key·hoofd·klas·se

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  hockey zn  en  hoofdklasse zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	hockeyhoofdklasse	hockeyhoofdklassen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hockeyhoofdklasse v

1. (sport) de verzameling van beste hockeyteams van Nederland

   ▸ In de hockeyhoofdklasse bij de mannen heeft de topdrie een foutloos weekeinde beleefd. Nadat zaterdag Bloemendaal al een 3-0 zege op Schaerweijde had geboekt, wonnen een dag later koploper Kampong en Pinoké ook hun wedstrijd.

Gangbaarheid

• Het woord hockeyhoofdklasse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.