• hjälm
Naar frequentie 6970
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hjälm     hjälmen     hjälmar     hjälmarna  
genitief   hjälms     hjälmens     hjälmars     hjälmarnas  

hjälm, g

  1. (hoofddeksel) helm, valhelm
    «Ingen av cyklisterna använde hjälm
    Geen van de fietsers gebruikte een helm.
  2. (heraldiek) een onderdeel van de afbeelding op een wapen of wapenschild
  3. (historisch) ridderhelm
  4. (plantkunde) een onderdeel van de plantnaam hjälmböna (Lablab purpureus  ; Nederlands: hyacintboon)