hingen samen
- Geluid: hingen samen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhɪŋən ˈsamə(n) / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˌhɪŋə(n)ˈsamə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˌhɪŋə(n)ˈsamə(n)/
- hin·gen sa·men
vervoeging van |
---|
samenhangen |
hingen samen
- meervoud verleden tijd van samenhangen
- Wij hingen samen.
- Jullie hingen samen.
- Zij hingen samen.
- Wij hingen samen.
- Het woord hingen samen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.