highbrow
- high·brow
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘intellectueel’ voor het eerst aangetroffen in 1947 [1]
- van het Engels [2]
stellend | |
---|---|
onverbogen | highbrow |
verbogen | |
partitief | highbrows |
highbrow
- Het woord highbrow staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "highbrow" herkend door:
43 % | van de Nederlanders; |
38 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "highbrow" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ highbrow op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be