hielden voor
- Geluid: hielden voor (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhildə(n) ˈvor / (3 lettergrepen)
- hiel·den voor
vervoeging van |
---|
voorhouden |
hielden (…) voor
- meervoud verleden tijd van voorhouden
- Wij hielden voor.
- Jullie hielden voor.
- Zij hielden voor.
- Wij hielden voor.
- Het woord hielden voor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.