• heup·bles·su·re
enkelvoud meervoud
naamwoord heupblessure heupblessures
heupblessuren
verkleinwoord

de heupblessurev

  1. (sport) (medisch) beschadiging aan of rond de heup door overbelasting
     Daphne van Domselaar heeft opnieuw een wedstrijd moeten missen bij Aston Villa. De keepster van Oranje kampt met een heupblessure. Met de Nieuw-Zeelandse Anna Leat op doel boekte Villa een 1-2 zege bij Everton in de Women's Super League (WSL).[1]
     Voor de 24-jarige keepster, die op het EK van 2022 doorbrak in Oranje, is de heupblessure de eerste langdurige kwetsuur uit haar carrière. "Het was gek. En het is nooit leuk om geblesseerd te zijn, maar uiteindelijk viel het mee dat het maar tien weken was in plaats van de drie, vier maanden die we dachten. Ik heb goede begeleiding gehad, ik mag niet klagen."[2]
  1.   Weblink bron “Zonder geblesseerde Oranje-keepster Van Domselaar wint Villa bij Everton” (zaterdag 16 maart 2024), NOS
  2.   Weblink bron “Is revaliderende Van Domselaar nu al oplossing acute keeperskwestie Oranje?” (dinsdag 28 mei 2024), NOS