heteer

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  heteer    (hulp, bestand)
• IPA: /he'ter/
• Sofeer: heeteer

Woordafbreking

• he·teer

Woordherkomst en -opbouw

• Herkomst: Hebreeuws

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	heteer	heteriem
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de heteer v / m

1. (Jiddisch-Hebreeuws) toestemming, met name als technische term bij halachische beslissingen

Gangbaarheid

• Het woord 'heteer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.