• her·ves·ti·ging
enkelvoud meervoud
naamwoord hervestiging hervestigingen
verkleinwoord

de hervestigingv

  1. het gaan wonen op een andere plaats
     Minister Koenders van Buitenlandse Zaken, die bij de top was, vindt dat de verklaring niet ver genoeg gaat. "Ik had graag hardere toezeggingen willen zien, bijvoorbeeld over de doelstelling voor hervestiging van de totale vluchtelingenpopulatie", zegt Koenders. Ook had hij op meer afspraen gehoopt op het gebied van monitoring van de nieuwe regels.[1]
  2. het zich op een andere plaats vestigen van bedrijven of organisaties
     Volgens NRC Next lopen er intussen tientallen gesprekken tussen bedrijven die in het Verenigd Koninkrijk gevestigd zijn, de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en steden als Amsterdam en Rotterdam. Een woordvoerder van de AFM spreekt van "financiële marktpartijen die zich oriënteren op hervestiging".[2]



  1.   Weblink bron “Japan belooft miljarden in strijd tegen vluchtelingencrisis” (dinsdag 20 september 2016, 02:01), NOS
  2.   Weblink bron “'Meer Britse bedrijven overwegen verhuizing naar Amsterdam'” (dinsdag 14 februari 2017, 06:35), NOS