hervestigen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  hervestigen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• her·ves·ti·gen

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van vestigen met het voorvoegsel her-

Werkwoord

hervestigen

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
hervestigen	hervestigde	hervestigd
zwak -d	volledig

1. opnieuw op een andere plaats huisvesten

   ▸ De afspraak over hervestiging van vluchteling noemt Van Ojik "miezerige koehandel". "Om de balans in de coalitie te herstellen is nu bepaald dat het aandeel vluchtelingen dat Nederland opneemt, is teruggeschroefd met eenderde, van 750 naar 500." Het GroenLinks-Kamerlid vindt dit niet kunnen. "Hoe verhoudt zich dat met het kabinet dat heeft gezegd dat vluchtelingen in de regio moeten worden opgevangen en dat wij ons aandeel moeten leveren in het hervestigen van de meest kwetsbare mensen?"

   ▸ Net als hulporganisatie Sea Watch wil Strik dat de EU zijn migratiebeleid in de Middellandse Zee aanpast. Ze zegt dat migranten vaker vanuit VN-kampen naar veilige landen moeten worden gevlogen. "Dat hervestigen doet de EU nu nog veel te weinig."

Gangbaarheid

• Het woord hervestigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.