hervestigde
- Geluid: hervestigde (hulp, bestand)
- her·ves·tig·de
vervoeging van |
---|
hervestigen |
hervestigde
- enkelvoud verleden tijd van hervestigen
- Ik hervestigde.
- Jij hervestigde.
- Hij, zij, het hervestigde.
- Ik hervestigde.
vervoeging van |
---|
hervestigen |
hervestigde