• her·sen·chi·rurg
enkelvoud meervoud
naamwoord hersenchirurg hersenchirurgen
verkleinwoord

de hersenchirurgm

  1. (medisch) (beroep) chirurg gespecialiseerd in het opereren van de hersenen
     De enige zwarte Republikeinse kandidaat is ex-hersenchirurg Ben Carson. In de peilingen gaat hij aan kop. Hij zou ruim een kwart van de kiezers achter zich krijgen.[1]
     Terugkijkend op zijn leven zei hij een paar jaar geleden in een interview met The Telegraph dat hij het liefst hersenchirurg had willen worden. Maar door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog kon hij niet verder leren.[2]
     Kun je je lippen tuiten? Deze woorden oplezen? Allemaal opdrachten die patiënten bij een 'wakkere' hersenoperatie krijgen voorgelegd. Reageert een patiënt raar? Dan weet een hersenchirurg dat hij in een deel van de hersenen zit waar hij juist niet moet snijden. Een nieuwe echotechniek helpt chirurgen nu bij dit soort operaties nog preciezer te zien welk weefsel gezond is en welk weefsel niet.[3]



  1.   Weblink bron “Kunnen de Republikeinen het tij nog keren?” (donderdag 29 oktober 2015, 16:57), NOS
  2.   Weblink bron “Roger Moore: ik was er niet zo goed in, maar vond acteren heerlijk” (dinsdag 23 mei 2017, 16:35), NOS
  3.   Weblink bron “Met deze echo wordt een hersenoperatie nog preciezer” (maandag 22 april 2019, 10:02), NOS