• her·ori·ën·te·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord heroriëntering heroriënteringen
verkleinwoord

de heroriënteringv

  1. het opnieuw de richting bepalen welke men uit wil gaan
    • Fraihi volgt Pieter De Gryse op die acht jaar de rol van politiek directeur heeft vervuld en nu heeft gekozen om zich te heroriënteren. ‘Pieter heeft met zijn professionalisme en persoonlijkheid een onuitwisbaar spoor nagelaten voor Groen’, aldus nog Almaci. ‘We wensen hem alle succes in de toekomst.’[2] 
    • Door een schouderprobleem bij zijn werk als pipefitter werd Patrick (34) uit Menen arbeidsongeschikt verklaard. Zijn ziekenfonds meldde hem aan bij de GTB (Gespecialiseerde Trajectbepalings- en Begeleidingsdienst) om zich te heroriënteren en herscholen.[3] 
91 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]