Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·in·voe·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord herinvoering herinvoeringen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de herinvoeringv

  1. iets invoeren wat er vroeger ook al eens was, wederinvoering

Gangbaarheid