hergebruiken
- Geluid: hergebruiken (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhɛrɣəˌbrœykə(n) / (4 lettergrepen)
naamwoord van handeling | |
---|---|
zelfstandig | bijvoeglijk |
hergebruiken | hergebruikt |
hergebruik |
- her·ge·brui·ken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
hergebruiken |
hergebruikte |
hergebruikt |
zwak -t | volledig |
hergebruiken
- overgankelijk afval opnieuw een goede bestemming geven
- ▸ We moeten van het gas af, er zouden warmtepompen moeten komen in onze huizen, elektrische auto’s moeten normaler worden, alle gebouwen geïsoleerd, afval bestaat niet meer want we hergebruiken alles.[1]
- overgankelijk iets wat eerder bedacht of gemaakt is opnieuw toepassen in een andere situatie
- ▸ In de digitale wereld is het heel gemakkelijk om een nummer geheel of gedeeltelijk te kopiëren en te hergebruiken.[2]
- Ook in de te-vorm van de onbepaalde wijs is het werkwoord onscheidbaar, het begint immers niet met een voorzetsel.[3][4]
- Het woord hergebruiken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hergebruiken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Weblink bron Marike Stellinga“Die groene economie, wie betaalt die?” (13 april 2017) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Bernard Hulsman“Ray Charles zingt iets nieuws” (3 november 2005) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron “her-” op vrttaal.net (VRT)
- ↑ Weblink bron “Herkrijgen, herbeginnen” op taaladvies.net (Nederlandse Taal Unie
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be