hergebruikte
- her·ge·bruik·te
vervoeging van |
---|
hergebruiken |
hergebruikte
- enkelvoud verleden tijd van hergebruiken
- Ik hergebruikte.
- Jij hergebruikte.
- Hij, zij, het hergebruikte.
- Ik hergebruikte.
- verbogen vorm van hergebruikt, voltooid deelwoord van hergebruiken
- Het woord hergebruikte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.