herfstig
- herf·stig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | herfstig | herfstiger | herfstigst |
verbogen | herfstige | herfstigere | herfstigste |
partitief | herfstigs | herfstigers | - |
herfstig
- op de herfst gelijkend
- Dit herfstige weer stemt me wat sombertjes.
- Het woord herfstig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "herfstig" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be