• her·be·zin·nen

herbezinnen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
herbezinnen
herbezon
herbezonnen
klasse 3 volledig
  1. ergens opnieuw zorgvuldig over nadenken
     Misschien moest hij zich in het vervolg herbezinnen en een donkerder colbert kiezen.[2]
     De eigenaren van de meubelboulevard, die het initiatief namen voor het outletcentrum, hebben nu besloten zich een aantal maanden te 'herbezinnen'.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044633535
  3.   Weblink bron “Komst groot outletcentrum in Zoetermeer op losse schroeven” (Zondag 10 september 2017), NOS