• her·be·wa·pe·ning
enkelvoud meervoud
naamwoord herbewapening herbewapeningen
verkleinwoord

de herbewapeningv

  1. (militair) de keer dat men zich opnieuw voorziet van wapentuig
     In het CNN-artikel zegt de generaal dat er "een compleet nieuw systeem moet komen van technologische herbewapening". De productie van bijvoorbeeld goedkope drones moet wat hem betreft nog veel verder worden opgeschaald. Ook investeren in cyberaanvallen wordt aangeraden door Zaloezjny.[2]
     Niet alleen China en Noord-Korea worden gezien als een dreiging, ook Rusland houdt steeds vaker militaire oefeningen rond Japanse wateren. Volgens Satoh is de Japanse overheid al langer bewust van potentiële dreigingen: "Sinds de Koude Oorlog is er sprake van een geleidelijke herbewapening, maar nu gaat het ineens om een flink bedrag. Dat kan een schrikeffect opleveren."[3]
  2. morele herbewapening: de keer dat men zich opnieuw geestelijk sterk maakt
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Veelbesproken Oekraïense topgeneraal wijst in opiniestuk op pijnpunten” (1 februari, 23:18), NOS
  3.   Weblink bron
    Anoma van der Veere
    “Japan komt met nieuwe defensiestrategie, wil budget leger verdubbelen” (16 december 2022, 16:44), NOS