herbarium
- her·ba·ri·um
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘verzameling gedroogde planten’ voor het eerst aangetroffen in 1770 [1]
- afgeleid van het Latijnse herba (gras, kruid) met het achtervoegsel -arium [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | herbarium | herbaria herbariums |
verkleinwoord | herbariumpje | herbariumpjes |
- verzameling van, album met gedroogde planten
- Het woord herbarium staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "herbarium" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "herbarium" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ herbarium op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be