Herbariumexemplaar van de boslathyrus (Lathyrus sylvestris)
  • her·ba·ri·um
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘verzameling gedroogde planten’ voor het eerst aangetroffen in 1770 [1]
  • afgeleid van het Latijnse herba (gras, kruid) met het achtervoegsel -arium [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord herbarium herbaria
herbariums
verkleinwoord herbariumpje herbariumpjes

het herbariumo [3]

  1. verzameling van, album met gedroogde planten
84 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[4]