hennegat
- hen·ne·gat
- samenstelling van hen en gat met het invoegsel -e- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hennegat | hennegaten |
verkleinwoord | hennegaatje | hennegaatjes |
het hennegat o
- het gat in de romp van een schip waar de roerkoning door gaat
- Het woord 'hennegat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.