Een heksenbol
(Ladies' Home Journal van 1948)
  • hek·sen·bol
enkelvoud meervoud
naamwoord heksenbol heksenbollen
verkleinwoord heksenbolletje heksenbolletjes

de heksenbolm

  1. dunne glazen bol waarvan men destijds dacht er de duivel mee te kunnen verjagen doordat deze, geschrokken bij de aanblik van zijn spiegelbeeld, op de vlucht zou slaan