Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hei·baan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord heibaan heibanen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de heibaanv / m

  1. weg door de heide
  2. (geologie) baan van zwavelachtige grond in een kleibodem

Gangbaarheid

52 % van de Nederlanders;
60 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen