heftang
- hef·tang
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | heftang | heftangen |
verkleinwoord |
- klauw aan de onderkant van een takel waarmee men zakken of balen kan ophijsen
- ▸ Vanaf 515 v. Chr. zijn heftangen en Lewisbeugels gebruikt bij het ophijsen van steenblokken voor de bouw van Griekse tempels, hetgeen te zien is aan de achtergebleven kerven in de stenen.[2]
- Het woord 'heftang' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "heftang" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Wikipedia“Kraan (machine)” (27/5/2020), Wikipedia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be