Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • heen·ron·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord heenronde heenrondes
heenronden
verkleinwoord heenrondetje heenrondetjes

Zelfstandig naamwoord

de heenrondev / m

  1. de eerste helft van de competitie, iedere club heeft dan éénmaal tegen iedere andere club gespeeld
    • De club die op de eerste plaats staat na de heenronde wordt herfstkampioen genoemd. 

Gangbaarheid

44 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be