hebbedingetje
- heb·be·din·ge·tje
- samenstelling van heb ww en dingetje met het invoegsel -e-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | hebbedingetje | hebbedingetjes |
het hebbedingetje o dim. tant.
- een voorwerp dat iemand bezit, uitsluitend om het 'hebben' ervan
- Dat is echt een hebbedingetje voor toeristen.
het hebbedingetje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord hebbeding
- Het woord hebbedingetje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.