Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • heb·be·din·ge·tjes

Zelfstandig naamwoord

de hebbedingetjesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hebbedingetje

de hebbedingetjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord hebbeding