havodiploma
- Geluid: havodiploma (hulp, bestand)
- ha·vo·di·plo·ma
- samenstelling van havo en diploma
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | havodiploma | havodiploma's |
verkleinwoord |
het havodiploma o
- diploma dat iemand krijgt als hij zijn havo-examen haalt
- Na het halen van het havodiploma ging hij door met studeren.
- Het woord havodiploma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.