Nederlands

 
harmonicabus
Uitspraak
Woordafbreking
  • har·mo·ni·ca·bus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord harmonicabus harmonicabussen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de harmonicabusm

  1. een gelede bus waarvan het voorste en achterste gedeelte verbonden zijn door een soort structuur die lijkt op een harmonica
     In Casablanca, zo'n 250 kilometer ten noorden van Marrakech, was de beving ook duidelijk waarneembaar, vertelt Emily Asbroek. "We zaten rond 23.00 uur in ons hotel op elfde verdieping toen het heel erg begon te trillen. Het voelde alsof je in het midden van een harmonicabus staat die heel erg heen en weer gaat." Ze is zelf ongedeerd en kon nog de nacht doorbrengen in het hotel.[1]
     Het ongeluk gebeurde rond 02.00 uur vannacht. De chauffeur van de stadsbus wilde linksaf de Gooiseweg (een doorgaande weg) opdraaien. De bestuurder van de personenauto die uit de tegenovergestelde richting kwam, remde niet. Hij vloog over een vluchtheuvel heen, reed een verkeerslicht uit de grond en knalde toen op de bus. De botsing was zo hevig dat de gelede bus (ook wel harmonicabus genoemd) schaarde en tegen twee palen tot stilstand kwam.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Nederlanders in Marokko: 'Vreemde, doodse sfeer op straat'” (Zaterdag 9 september, 11:59), NOS
  2.   Weblink bron “Auto klapt op nachtbus in Amsterdam, lachgas aangetroffen” (Zaterdag 7 mei 2022, 11:48), NOS