• hap·to·no·mie
  • In de betekenis van ‘de wetenschap der affectiviteit’ voor het eerst aangetroffen in 1991 [1]
  • afgeleid van het Griekse 'haptein' (zich vasthechten) of 'hapsis' (gevoelscontact) met het achtervoegsel -nomie
enkelvoud meervoud
naamwoord haptonomie -
verkleinwoord - -

de haptonomiev

  1. de leer van het menselijk gevoel en gevoelsleven en de wisselwerking tussen lichaam en geest
89 % van de Nederlanders;
59 % van de Vlamingen.[2]