hangbejaarde
- hang·be·jaar·de
- samenstelling van hangen ww en bejaarde zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hangbejaarde | hangbejaarden |
verkleinwoord |
- bejaarde die samen met andere bejaarden rondhangt bij een supermarkt of winkelcentrum
- Het woord hangbejaarde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.