handvormig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  handvormig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• hand·vor·mig

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van hand met het achtervoegsel -vormig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	handvormig	handvormiger	handvormigst
verbogen	handvormige	handvormigere	handvormigste
partitief	handvormigs	handvormigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

handvormig

1. vorm van een hand hebbend

   • de paardenkastanje heeft een handvormig samengesteld blad. 

Gangbaarheid

• Het woord handvormig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.