handlijn
- hand·lijn
- samenstelling van hand zn en lijn zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handlijn | handlijnen |
verkleinwoord | handlijntje | handlijntjes |
- (anatomie) lijn, groef in de palm van de hand waarin sommigen menen het lot van iemand te kunnen voorspellen
- Het woord handlijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.