• hand·jes·vol

de handjesvolmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord handvol
     De stroomstoring is vanmorgen vroeg ontstaan, rond 06.00 uur. Volgens een woordvoerder van netbeheerder Enduris gaat het om 'enkele handjesvol' huishoudens.[2]
     De overblijvende 48 procent van de kiezers worden in de vandaag te vormen Lok Sabha vertegenwoordigd met 28 zetels van de Telugu Desam — een linguïstisch regionale partij uit de deelstaat Andhra Pradesh —, 22 zetels van de communistische partij (M), en handjesvol zetels van eens belangrijke oppositiepartijen.[3]
      Zy gaat derwaards, en strooit handjes vol garst en hennipzaad. De Vogeltjes zweefden by geheele benden om haar heen, en zogten het kleinste graan. (…) Welhaast waren de handjesvol op.[4]
  • Zoals uit het laatse voorbeeld blijkt is deze vorm is al lange tijd gangbaar, in plaats van meer regelmatige vormen als handjevollen en handvolletjes.
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Deel van Goes urenlang zonder stroom door kabelbreuk” (29 december 2018) op omroepzeeland.nl
  3.   Weblink bron
    Karel van Wolferen
    “Alleen daar waar de Gandhi's tussenbeide kwamen won de oppositie India beduusd over Rajivs winst” (31 december 1984) op nrc.nl  
  4.   Weblink bron
    Berquir
    De recht aangemoedigde goedhartigheid van de jonge Louisa. in: Vaderlandsche Letteroefeningen., jrg. 22 nr. 10 (zomer 1782), A. van der Kroe en Yntema en Tieboel, Amsterdam, p. 420