Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • han·dels·poot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord handelspoot handelspoten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de handelspootm

  1. (handel) deel van een bedrijf dat gespecialiseerd is in het kopen en verkopen van producten
     Ook komen de Nederlandse handelspoot en gasopslag van Wintershall volledig in handen van Gazprom. In ruil profiteert Wintershall van de opbrengst van Russische aardgasvelden.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Russen gaan Noordzeegas winnen” (Woensdag 14 november 2012, 17:00), NOS