• han·dels·ge·zant
enkelvoud meervoud
naamwoord handelsgezant handelsgezanten
verkleinwoord

de handelsgezantm

  1. (beroep) (politiek) (handel) vertegenwoordiger van een land in het buitenland die als taak heeft de handelsbetrekkingen te verbeteren
     De vriendschap tussen de prins en Epstein leidde er kort daarna mede toe dat Andrew zijn functie als Britse handelsgezant moest neerleggen.[1]
     "Het is tijd voor actie", zegt de Amerikaanse handelsgezant Robert Lighthizer. "Ons uiteindelijke doel is om een deal met de EU te sluiten. Wanneer de EU deze schadelijke subsidies aan de vliegtuigmaker beëindigt, kunnen de maatregelen vanuit Amerika hierop worden opgeheven."[2]



  1.   Weblink bron “Prins Andrew neemt afstand van gedragingen van zijn vriend Epstein” (Maandag 19 augustus 2019, 11:44), NOS
  2.   Weblink bron “Goudse en Edammer kaas inzet in handelsconflict over vliegtuigen” (Dinsdag 9 april 2019, 12:24), NOS