• half·vijf
enkelvoud meervoud
naamwoord halfvijf
verkleinwoord

de halfvijfv / m

  1. een tijdstip op de klok halverwege vier en vijf uur
78 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be