• half·ver·bor·gen
stellend
onverbogen halfverborgen
verbogen
partitief halfverborgens

halfverborgen

  1. niet helemaal zichtbaar; niet helemaal geheim
     De meeste proberen zo veel mogelijk mensen met een licht verteerbare dosis nostalgie te vermaken en worden voorzien van halfverborgen verwijzingen naar de originelen om de fanclub te paaien.[1]
     Halfverborgen achter Jeroen, liet ze een blik over het groepje glijden.[2]
  1.   Weblink bron
    Bart van der Put
    “2049 (****)” (5 oktober 2017), Het Parool
  2. All-inclusive”   (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht  , ISBN 90-229-9182-2