gunsteloos
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gunsteloos (hulp, bestand)
Woordafbreking
- gun·ste·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gunsteloos | gunstelozer | gunsteloost |
verbogen | gunsteloze | gunstelozere | gunstelooste |
partitief | gunsteloos | gunstelozers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
gunsteloos
- zonder gunst, uit de gunst zijnde
- De gunsteloze prins leed een armoedig bestaan.
Gangbaarheid
- Het woord 'gunsteloos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.