• groot·macht
enkelvoud meervoud
naamwoord grootmacht grootmachten
verkleinwoord

de grootmachtv / m

  1. een partij, vaak een staat, met een dominante positie op een bepaald gebied
    • Het land streeft naar de status van regionale grootmacht. 
    • Rusland is helemaal geen grootmacht meer. Het is een pompstation met een maffiabaas[1]