Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groot·hou·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
groothouden
hield groot
grootgehouden
klasse 7 volledig

Werkwoord

groothouden

  1. wederkerend zich ~: niet toegeven aan de neiging te gaan huilen
    • Hij is nog maar een klein mannetje maar hij heeft zich kranig grootgehouden. 
     Zolang Johan naast me zat op het verborgen houten bankje helemaal voorin bij het hokje van de machinist kon ik me groothouden.[1]


Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767