hield groot
- Geluid: hield groot (hulp, bestand)
- hield groot
vervoeging van |
---|
groothouden |
hield groot
- enkelvoud verleden tijd van groothouden
- Ik hield groot.
- Jij hield groot.
- Hij, zij, het hield groot.
- Ik hield groot.
- Het woord hield groot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.